Schriftelijke vragen over subsidieaanvragen voor culturele projecten
In de raadsvergadering van 20 september jl. heeft de gemeenteraad in meerderheid bepaald dat het Cultuurfonds wordt afgeschaft. Dit houdt in dat alle subsidieaanvragen weer, zoals voor de komst van het Cultuurfonds, naar de gemeente gaan. De Cultuurvisie vraagt hierbij om een toegankelijke manier bij het aanvragen van projectsubsidies, omdat projectsubsidies vaak door kleinere instanties worden aangevraagd.
De PvdA is daarom zeer verbaasd over het vragenformulier op de website van de gemeente voor projectsubsidies (Vragenlijst bij subsidieverzoek voor Subsidieregeling Culturele Projecten gemeente Zoetermeer), die bij een subsidieaanvraag verstrekt wordt. Door de zwaarte van de eisen en de diversiteit aan vragen die via dit formulier aan de projectsubsidieaanvrager worden gesteld komt het o.i. over alsof een projectsubsidieaanvrager aan dezelfde voorwaarden en eisen moet voldoen als een meerjarige subsidieaanvrager.
Daarom heeft de PvdA Zoetermeer de volgende vragen aan het college gesteld:
- Waarom is een KVK-nummer nodig om de culturele projectsubsidie aan te vragen?
- Projecten zijn van verschillende omvang en daarmee ook van verschillende kostengrootte. Juist voor eenmalige projecten kunnen de kosten dan ook oplopen. Waarom en wanneer is er gekozen voor een maximum van € 5000 voor een subsidieaanvraag?
- Voor veel kleine organisaties die geen accountant nodig hebben voor de financiën is het inschakelen van een accountant voor een subsidieaanvraag van een project van maximaal
€ 5000 een grote kostenpost. Waarom moeten de organisaties die projectsubsidie aan willen vragen een accountantsverklaring overleggen?
- Waarom wordt er bij een projectsubsidieaanvraag gevraagd naar een inhoudelijk en bedrijfsmatig jaarverslag van het voorgaand jaar?
- Op de website staat dat je geen subsidie kunt aanvragen voor activiteiten waarbij je als organisatie zelf voor ‘genoeg’ geld kunt zorgen. Hoe bepaalt de gemeente of een organisatie zelf voor genoeg geld kan zorgen?
- Het gaat in eerste instantie vaak om een kostenraming, die in de praktijk mee- of tegen kan vallen.
a) Komt een organisatie wel of niet in aanmerking voor een projectsubsidie als zij het benodigde bedrag zelf kan dekken, maar daarvoor bestaande reserves (helemaal) leeg moet halen?
b) Zo ja, is het college het met de PvdA eens dat een dergelijke situatie niet wenselijk is, omdat een organisatie dan minder levensvatbaar wordt?
- Hoe en in welke vorm krijgt een organisatie hulp van de gemeente om de kosten dekkend te krijgen indien er geen subsidie aangevraagd kan worden voor activiteiten, omdat de gemeente heeft geoordeeld dat zij zelf de kosten kunnen dekken?
- In de vragenlijst staat dat subsidies wordt toegekend door middel van een puntensysteem om te bekijken of er subsidie toegekend gaat worden. Hoe werkt dit puntensysteem en waar kunnen organisaties de uitleg van dit puntensysteem vinden?
- Er staat in de vragenlijst dat de subsidieaanvrager rekening moet houden met zeven kaderstukken, waarbij de recent vastgestelde Cultuurvisie opvallend genoeg ontbreekt.
a) Is het college het met de PvdA eens dat het niet wenselijk is dat voor een kleine projectsubsidieaanvraag zeven lijvige kaderstukken doorgenomen moeten worden om te kijken of je als organisatie in aanmerking kunt komen voor een kleine projectsubsidie?
b) Zo nee, waarom is het noodzakelijk dat deze zeven uitgebreide stukken worden doorgenomen door organisaties om een projectsubsidie aan te vragen?
- De PvdA is verbaasd dat de Cultuurvisie niet genoemd staat als een van de stukken waarop een aanvraag moet worden gebaseerd.
a)Kan het college uitleggen hoe het kan dat in de gemeenteraad wordt gezegd dat een aanvraag moet worden gedaan op basis van de Cultuurvisie, terwijl deze niet genoemd wordt in de subsidieaanvraag als relevant kaderstuk?
b) Is de Cultuurvisie onvoldoende om een aanvraag op te baseren?
- Is het mogelijk om de belangrijkste informatie uit de relevante kaderstukken, waaronder de Cultuurvisie, in geval van een projectsubsidie in een samenvatting aan te bieden, zodat de grootte van de subsidie en het project, en daarmee de aanvraag, meer tot elkaar in verhouding staat?
Het college heeft zes weken de tijd om de vragen te beantwoorden.